Op de fiets

… met een frisse wind rond het hoofd begint het donderdagmiddag gevoel zich toch weer te roeren. De calvinistische inborst veert op, slaat het instemmend gade en fluistert af en toe wat in mijn oor. “Jij thuis op de bank. Leuk voor je projectmedewerkers, die zich driemaal in de rondte werken. Lekkere projectleider ben jij!” Ik begin me wat ongemakkelijk te voelen. Het is alsof de vrijgevochten gedachte nooit iets heeft gezegd. “Leuk ook voor je klanten. Even bellen op de vrijdag is er voor hen niet bij. Dat noemt zich TNO-er! Je hebt een ambitieniveau van lik-me-……”. De tirade wordt abrupt afgebroken doordat de vrijgevochten gedachte met een ferme, welgemikte vuistslag de calvinistische inborst vloert. “Ambitieniveau is niet hetzelfde als werkweken van 80 uur, idioot. En kwaliteit is meer waard dan kwantiteit. En timemanagement is een hele kunst.”

Thuisgekomen ben ik hard aan een borrel toe. Terwijl de jenever naar binnen glijdt vraag ik me af of het donderdagmiddag gevoel ooit zal verdwijnen. Zolang mijn collega’s op vrijdag nog roepen: “Wat doe jij hier?”, is er nog hoop. Maar pas als alom geaccepteerd wordt dat iemand die zegt: “En nu is het tijd voor iets anders”, niet slechter is dan de workaholic is de redding nabij. Pas dan zal ik voorgoed afscheid kunnen nemen van het donderdagmiddag gevoel. Misschien.